dinsdag 16 juli 2024

Suriname: El Dorado?

Suriname: El Dorado? Door Lachman Soedamah Bijna iedereen kent het verhaal van El Dorado de vergulde stad die zich ergens in ZuidAmerika zou moeten bevinden. Het verhaal over een mysterieuze stad die compleet van goud zou zijn, wakkerde een ware goudkoorts aan in Latijns-Amerika, met desastreuze gevolgen. De Spaanse conquistadores, die zich al veel goud hadden eigen gemaakt, vernamen in de zestiende eeuw van de inheemse bevolking van een koning die zich in het meer Parima zou baden en telkens geheel bedekt met goud zijn bad zou beëindigen: de Gouden Man of El (Hombre) Dorado in het Spaans. De conquistadores gingen ogenblikkelijk op zoek naar dit goudmeer Parima in Zuid Amerika. Het nieuws verspreidde zich snel en er werden veel expedities op touw gezet, behalve door de Spanjaarden ook door de Nederlanders, Fransen en Engelsen. Er werd tot diep in de 18e eeuw gezocht in Colombia, Venezuela, Brazilië, Suriname en Guyana, maar ondanks de vele geruchten over mogelijke vindplaatsen bleek El Dorado onvindbaar. Het sprookje van El Dorado is na eeuwen nog altijd niet uit. Of misschien na jaren en nu in 2021 blijkt El Dorado toch in Suriname te zijn. Of is Suriname El Dorado? In de afgelopen jaren zijn er tonnen goud in Suriname gevonden en naar het buitenland geëxporteerd en/of weggesmokkeld. Sinds 2004 zijn 2 grote goudconcessies uitgegeven aan Iamgold en Newmont. Er zijn tal van bewezen en onbewezen goudaders in Suriname. De omvang van de goudzoekers in Suriname wordt geschat op ca. 30.000 à 35.000 personen. Hoe zou onze economie ervoor staan als wij zelf over onze goudvoorraad zouden beschikken en zouden opslaan bij de Centrale Bank van Suriname (CBvS)? Transport hoeft geen probleem te zijn, want de goudmijnen liggen niet ver van de moederbank. Met goudwinning alleen kan Suriname steenrijk worden. Goud is al eeuwenlang de enige internationale betrouwbare valuta. Door onze goudvoorraad in de kluizen van de CBvS fors te verhogen, zullen devaluatie en inflatie beteugeld worden. Bij een juiste en doelmatige exploitatie van de menselijke en natuurlijke hulpbronnen is het mogelijk om van Suriname een welvarend land te maken. Dan zou zelfs een kleine bevolking geen belemmerende factor zijn zoals vaak naar voren wordt gebracht. Suriname behoort aan ons en niemand buiten ons zal de problemen waarmee wij worstelen kunnen oplossen. Ons uitgangspunt moet zijn dat wij het lot in eigen hand nemen. Suriname is een van de rijkste landen ter wereld en werd door de Wereldbank in 1995 gerangschikt als zeventiende rijkste land ter wereld op basis van de beschikbare natuurlijke hulpbronnen. Aan natuurlijke rijkdommen is er in Suriname inderdaad geen gebrek. Maar wat merken wij vandaag de dag hiervan in Suriname. Het land is onder water en wij gaan de wereld rond om geld te lenen. Onlangs is er in zee, olie en gas gevonden. Eind negentiende eeuw werd de plantagelandbouw verlaten waar toen suiker, koffie, katoen en cacao werden verbouwd. Hierna vond er een verschuiving plaats richting binnenland alwaar goud, balata, bauxiet en hout werden aangetroffen en geëxporteerd. Anderen in het buitenland profiteerden van deze exporten. Wij trekken nauwelijks voordeel van onze eigen rijkdommen. Suriname is een land van ongekende mogelijkheden. Het land is vruchtbaar en bosrijk. Het zou een paradijs voor toeristen kunnen zijn. De tijd is thans aangebroken om een daad te stellen. De regering dient duidelijke afspraken te maken over de voorwaarden waaronder de multinationals het Surinaamse goud mogen winnen en verhandelen. Er dienen duidelijke afspraken worden gemaakt over de afdracht van belastingen, het omgaan door de bedrijvenmet het milieu en hoe de goudwinning de Surinaamse economie ten goede moet komen. De goudinkomsten zijn ruimschoots genoeg om Suriname te ontwikkelen en de armoede te bestrijden. Het exploiteren van Surinaamse natuurlijke hulpbronnen moet gebeuren op basis van de leuze: ’vertrouwen in eigen kunnen’ en volgens het Staatsolie-model. Het opstarten van een 100% Surinaams goudbedrijf zou prioriteit moeten hebben waarbij gewerkt dient te worden aan het werven van kennis en kapitaal bijvoorbeeld door het aangaan van samenwerkingsovereenkomsten met landen als Zuid-Afrika die een lange traditie hebben in de goudindustrie. Het opzetten van opleidingen voor Surinaamse studenten en professionals die een baan zoeken in de mijnbouwsector en het aantrekken van de Surinaamse diaspora dient hierbij niet geschuwd te worden. In het uiterste geval dient het aandeel van Suriname bij elke samenwerking met een buitenlands bedrijf te geschieden op basis van een 60/40 verhouding ten gunste van Suriname. De regering zou een denktank en goud instituut op moeten zetten ter verdere ontwikkeling van de goudindustrie en om de gesloten goudovereenkomsten te evalueren en in heroverweging te nemen. Tot nu toe heeft geen enkele regering in Suriname een poging ondernomen om onze goudindustrie te institutionaliseren. Ordening en ontwikkeling van de goudsector heeft door privé belangen en belangtegenstellingen nimmer plaats gevonden. De regering moet niet verder tot uitbreiding overgaan van de goudovereenkomsten met multinationals en anderen, maar ervaring opdoen met de concessies die nu reeds zijn verleend aan onder andere de goud bedrijven en aan de hand daarvan lessen trekken voor de toekomst. Daarbij is een integrale aanpak en lange termijn visie van eminent belang. De lessen geleerd uit de bauxietindustrie kunnen hierbij goed van pas komen. Ook hier trokken de multinationals uiteindelijk aan het langste eind. Om Suriname economisch onafhankelijk te maken, zal een regering die haar taak serieus neemt een economisch beleid moeten voeren gericht op het wegnemen van de greep van buitenlandse politieke en economische machten op onze economie. Zij zal dienen te zorgen voor maximale benutting van onze nationale bodemrijkdommen, kapitaalreserves en arbeidspotentieel. De regering dient een integrale plan en visie te ontwikkelen met betrekking tot de aanpak van het Surinaamse bos en de daarin voorkomende rijkdommen zoals delfstoffen, biodiversiteit, water, hout etc. Ook andere mogelijkheden die het Surinaams regenwoud biedt zoals eco-toerisme en CO2 compensatie dient meegenomen te worden in de integrale aanpak van de regering. De gouddeals horen een onderdeel te zijn van deze integrale aanpak en visie. In deze visie dient met het milieu zuinig omgesprongen te worden. De gouddeals zijn een nationale zaak en dienen in alle openheid en transparantie te geschieden. Suriname zou alleen met zijn goudvoorkomens het land tot een EL Dorado kunnen maken en de andere natuurlijke hulpbronnen als reserves kunnen aanhouden. Want zoals het er nu uitziet gedragen wij ons als de bedelaar op de gouden stoel. Wij houden de handen op terwijl wij bovenop de schat zitten. In feite is Suriname EL Dorado maar alleen moeten wij tot dat besef komen en er naar handelen.

Geen opmerkingen :