zondag 21 juni 2020
zondag 14 april 2019
De toekomst van Suriname ligt in het bos
De toekomst van Suriname ligt in het bos
Behoud van natuur en milieu is de afgelopen periode met grote regelmaat in het nieuws verschenen: van smeltende ijskappen in kouder gebieden tot ontbossing van grote gebieden in Zuid-Amerika. Diverse onderwerpen met betrekking Surinaamse bos- en natuurbeheer, zijn eveneens de revue gepasseerd. Met zekere stelligheid kan gezegd worden dat hetgeen de Surinaamse natuur te bieden heeft, enorm over het hoofd gezien wordt binnen de aanpak van de crisis waar het land thans mee te maken heeft.
Suriname beschikt over circa 14.8 miljoen hectare tropisch bos. Dit is bijna 98 procent van de totale landoppervlakte zoals vastgelegd wordt door de Wereldbank (bron: Wereldbank, 2016). Ruim één derde deel van dit gebied, 4.5 miljoen hectare grond, is bedoeld voor productiedoeleinden. Zo’n 98 procent van Suriname is met oerwoud bedekt en maakt deel uit van het grootste tropische regenwoud op aarde: het Amazonegebied.
Dat Surinaams bosbeheer meer en betere bescherming nodig heeft, behoeft geen uiteenzetting. We worden steeds bewuster van de wijze waarop houtkap in Suriname plaatsvindt en welke catastrofale gevolgen dat heeft voor de ontwikkeling van ecologisch en sociaal verantwoord bosbeheer.
Massale ontbossing, maar ook onverantwoorde bauxiet- en goudwinning zorgen voor verontreiniging van Surinaams grondgebied. Binnen goudwinningsprocessen staat het gebruik van kwik, één van de giftigste en meest schadelijke stoffen die bestaat, centraal. Het onverantwoorde gebruik van deze stof is voor zowel ons milieu als voor de volksgezondheid ontzettend schadelijk.
Bevordering van duurzaam gebruik van bosrijkdommen waar Suriname over beschikt, vraagt om evenwichtig en respectvol gebruik. Wordt er respectvol met de natuur omgegaan, dan kunnen wij daar de juiste vruchten van plukken en het land, met behulp van de natuur, op heilzame en gedegen manier bevrijden van de economische malaise.
Een zeer belangrijke oplossing voor de crisis waar het land in terecht is gekomen, heeft betrekking op bewust gebruik van de Surinaamse bossen. Het land kan zichzelf verrijken met de eigen rijkdommen, mits er op constructieve wijzer ermee omgegaan wordt. Een strenger beleid en goede handhaving zijn niet slechts essentieel en onmisbaar voor het behoud van de Surinaamse natuur; het levert ook economische voordelen en vooruitgang op. Afzwakking van illegale praktijken kunnen verantwoorde houtproductie, recreatieve activiteiten en toerisme een groter bijdrage laten leveren aan de welvaart van Suriname.
Deugdelijk beheer van onze bosgebieden vraagt van overheden met wie de Surinaamse overheid nauw samenwerkt, een beter beleid te hanteren, gericht op bevordering van conservering. Geldelijke opbrengsten uit duurzaam beheerd bos lijkt momenteel niet de prioriteit van hedendaags bedreven politiek. Directe economische voordelen genieten de voorkeur en ecologische voordelen raken in de vergetelheid.
Ook ondernemers lijkt het belang van opbrengsten die over langere periode behaald kunnen worden, te ontgaan. Er is op dit vlak nog teveel sprake van een afwezigheid van lange termijn denken.
Ook ondernemers lijkt het belang van opbrengsten die over langere periode behaald kunnen worden, te ontgaan. Er is op dit vlak nog teveel sprake van een afwezigheid van lange termijn denken.
Een belangengroep die zich sterk en hard maakt voor het daadwerkelijk nut en de bescherming van onze natuur en milieu, zou geen slecht idee zijn. Er zou meer gehoor gegeven moeten worden aan de stem van ecologen, zowel nationaal als internationaal. De focus bij bewustwordingscampagnes zou moeten komen te liggen op het economisch voordeel van duurzaam bosgebruik, omdat financiële winsten nu eenmaal belangrijke en doorslaggevende factoren zijn.
Wij van VHP Nederland zijn van mening dat duurzaam gebruik van Surinaams bos dé sleutel is voor de welvaart van het land.
Wij van VHP Nederland zijn van mening dat duurzaam gebruik van Surinaams bos dé sleutel is voor de welvaart van het land.
VHP Nederland
zaterdag 29 juli 2017
maandag 12 oktober 2015
WETENSCHAPPER SOEDAMAH PLEIT VOOR GRENSINSTITUUT
WETENSCHAPPER SOEDAMAH PLEIT VOOR GRENSINSTITUUT
11/10/2015 16:02 - Eric Mahabier
Wetenschapper Lachman Soedamah.
DEN HAAG - Om grenskwesties te bestuderen, beleid te ontwikkelen en te bewaken zou Suriname op korte termijn een Grensinstituut’ moeten oprichten. Dit is nodig om grenskwesties op te kunnen lossen. Dat zegt wetenschapper Lachman Soedamah tegen de Ware Tijd.
Soedamah juicht het toe dat de Surinaamse regering het Tigri-vraagstuk met Guyana weer op de agenda heeft gezet. Volgens hem was Suriname lange tijd niet geneigd om het conflict tot een oplossing te brengen omdat het vraagstuk door interne problemen en wisselingen van regeringen, een lagere plaats op de agenda had gekregen. Ook Guyana, dat ook verwikkeld was in interne conflicten, leek niet geïnteresseerd te zijn in het starten van een dialoog om de jarenlange impasse te doorbreken.
Met de regering is Soedamah van mening dat gebruik van geweld geen optie is om geschillen op te lossen. In plaats daarvan zou Suriname gebruik kunnen maken van het volkenrecht en vreedzame methoden voor geschillenbeslechting, zoals diplomatieke conflictbeslechting, arbitrage of rechtspraak.
Bij de oplossing van de grensgeschillen elders in Latijns-Amerika hebben volgens Soedamah economische overwegingen en economische integratie een rol gespeeld bij het vredesproces. De Surinaamse grenskwestie heeft ook indirecte economische consequenties. Het conflict met Guyana sleept zich al decennialang voort en heeft al die tijd niets of nauwelijks iets opgeleverd.
Tegen de achtergrond van de politiek-economische verschuivingen in een snel veranderende wereld en het besef dat Guyana evenmin in staat zal zijn om op eigen kracht antwoord te geven aan de uitdagingen van de huidige internationale tendensen, zullen volgens de wetenschapper beide landen bij het zoeken naar oplossingen van hun grensconflict, hun samenwerkingsverbanden elders in Latijns-Amerika moeten intensiveren en deze verder moeten uitbreiden.
De standpunten van de buurlanden liggen inmiddels ver uit elkaar. Hoe langer wordt gewacht met het grensgeschil, hoe moeilijker het zal worden een oplossing te vinden, vooral wanneer natuurlijke rijkdommen in het gebied zouden worden ontdekt, meent de wetenschapper.
Lees meer: Wetenschapper Soedamah pleit voor grensinstituut - DWTonline.com http://www.dwtonline.com/laatste-nieuws/2015/10/11/wetenschapper-soedamah-pleit-voor-grensinstituut/#ixzz3oNjH2r4e
zaterdag 12 september 2015
Jagernath Lachmon Lezing 2015
Uitnodiging Jagernath Lachmon Lezing 2015
Thema: De politieke ontwikkelingen in
de Republiek Suriname van de afgelopen 40 jaar: ‘Hoe nu verder?’
Het Wetenschappelijk Bureau van de VHP
Nederland memoreert jaarlijks de geboortedag van de gewezen VHP voorzitter
wijlen mr. Jagernath Lachmon. Zijn gedachtegoed en verbroedering van het volk
van Suriname leven in alle Surinamers voort. Met u staan wij jaarlijks stil op
deze memorabele dag en wij zijn zeer verheugd dat mr. dr. Hugo Fernandes Mendes
bereid is gevonden om als keynote speaker een middaglezing te houden over de politieke
ontwikkelingen in de Republiek Suriname van de afgelopen 40 jaar met name de
rol die mr. Jagernath Lachmon hierin heeft gespeeld.
Wat is de politieke betekenis van de heer
Lachmon geweest in het huidige politieke stelsel van Suriname? Hoe heeft het
politieke stelsel in Suriname zich de afgelopen 40 jaar ontwikkeld? Hoe heeft
het traditioneel partijenstelsel in Suriname zich de afgelopen 40 jaar
ontwikkeld? Welke kenteringen hebben zich voorgedaan? Wat is de betekenis van
40 jaar politieke partijen in Suriname en wat is het beeld voor de toekomst?
De lezing van mr. dr. Hugo Fernandes
Mendes is opgezet als een ‘respectvol prikkelend’ drieluik met als
overkoepelend thema: De
politieke ontwikkelingen in de Republiek Suriname van de afgelopen 40 jaar: ‘Hoe
nu verder?’
Mr. dr. Hugo
Fernandes Mendes, directeur
Stedelijke Bestuursadvisering & loco-Gemeentesecretaris in Amsterdam. Daarvoor was hij stadsdeelsecretaris
van Amsterdam Zuidoost.
De Jagernath Lachmon Lezing wordt
georganiseerd door het Wetenschappelijk Bureau van VHP Nederland en is
ingesteld om het gedachtegoed van mr. Lachmon te eren en te waarborgen voor de huidige
en toekomstige generaties. De grote waarde van Lachmon’s rol en betekenis voor
Suriname en de Surinaamse samenleving is ongekend groot en heeft invloed op de
wijze waarop er over Suriname wordt gedacht. Dit moment willen wij ook
gebruiken om de onderlinge banden in de Surinaamse gemeenschap in Nederland te
verstevigen.
Programma
13:00 uur: Inloop
13:30 uur: Welkomstwoord
drs. Soerin Mahesh, voorzitter van VHP Nederland
13:35 uur: Toelichting op het programma door de
dagvoorzitter dr. Sharda Somer
13:40 uur: Film van Ramdjan Abdoelrahman en Rabin
Baldewsingh over
Jagernath Lachmon “40 jaar leiderschap”
14:10 uur: Inleiding door mr. dr. Hugo Fernandes Mendes: ‘De
politieke ontwikkelingen in de Republiek Suriname van de afgelopen 40 jaar:
‘Hoe nu verder? ‘
15:40 uur: Pauze
15:55 uur: Discussie
met het publiek
16:45 uur: Slotwoord
17:00 uur: Informeel
en netwerken
18:30 uur: Sluiting
Datum: 27
september 2015
Tijd: 13.00
uur - 18.30 uur
Locatie: Planetarium
Amsterdam
Adres: Kromwijkdreef
11 1108 JA Amsterdam
Telefoon: 020 -
651 85 85
Gratis parkeergelegenheid.
U bent van harte welkom!
woensdag 22 april 2015
ZAAK JEUNESSE - NEDERLAND: langdurig illegaal verblijvende moeder mag bij gezin blijven
Belangrijke uitspraak: langdurig illegaal verblijvende moeder mag bij gezin blijven
Op 3 oktober 2014 heeft het Europese Hof voor de Rechten van de Mens uitspraak gedaan in de zaak Jeunesse t. Nederland. Het EHRM stelt in deze uitspraak dat Nederland het recht op gezinsleven heeft geschonden door vast te houden aan het mvv-vereiste. Wat houdt dit vereiste in? En heeft deze uitspraak gevolgen voor het Nederlandse gezinsherenigingsbeleid?
Door Hemme Battjes en Nadia Ismaili
Waar gaat de zaak over?De zaak voor de Grote Kamer van het EHRM gaat over mevrouw Jeunesse, een Surinaamse vrouw die in 1997 naar Nederland is gekomen met een toeristenvisum. Nadat haar visum was verlopen, is zij niet terug gegaan naar Suriname maar in Nederland gebleven. In 1999 is ze getrouwd met de man met wie ze toen al twaalf jaar een relatie had. Haar man, ook van Surinaamse origine, kwam in 1991 naar Nederland en heeft sinds 1993 de Nederlandse nationaliteit. Mw. Jeunesse en haar man hebben samen drie kinderen. Alle drie hebben zij de Nederlandse nationaliteit.
Sinds haar verblijf in Nederland heeft mw. Jeunesse op verschillende gronden aanvragen ingediend voor een verblijfsvergunning. De laatste drie aanvragen zijn afgewezen omdat ze niet beschikte over een machtiging tot voorlopig verblijf, de zogenoemde ‘mvv’.
Wat houdt dit mvv-vereiste in?Vreemdelingen die naar Nederland willen komen voor verblijf bij een partner hebben een mvv nodig. Deze mvv is een visum dat vereist is wanneer een vreemdeling naar Nederland wil komen voor een verblijf van langer dan drie maanden. Een mvv kan niet in Nederland worden aangevraagd maar alleen bij de Nederlandse ambassade of het consulaat in het land van herkomst. Om in aanmerking te komen voor een mvv, moeten vreemdelingen voldoen aan een aantal voorwaarden, zoals het behalen van het inburgeringsexamen. Voor een uitgebreid overzicht van de voorwaarden zie het eerdere blog: Het recht op gezinsleven I: het EVRM.
Bescherming van het recht op gezinslevenIn principe is het zo dat als een vreemdeling niet beschikt over een geldige mvv, de aanvraag voor een verblijfsvergunning wordt afgewezen. Hierop bestaan enkele uitzonderingen, onder andere voor vreemdelingen die bescherming kunnen ontlenen aan het recht op gezinsleven zoals neergelegd in artikel 8 EVRM.
Artikel 8 EVRM behelst geen absoluut recht op gezinsleven. Bij de toepassing van artikel 8 in zaken waarin vreemdelingen om toelating verzoeken moeten staten het algemeen belang van de staat om immigratie te controleren afwegen tegen de belangen van het individu bij het uitoefenen van gezinsleven (de zogenaamde ’fair balance’ toets). Mw. Jeunesse heeft betoogd dat in haar geval het vasthouden aan het mvv-vereiste een schending oplevert van artikel 8 EVRM.
Wat stelt de Nederlandse staat?De Nederlandse autoriteiten betoogden dat (r.o. 85-93), nu het familieleven van mw. Jeunesse aanving terwijl zij illegaal in Nederland verbleef, uitzetting alleen onder zeer bijzondere omstandigheden tot een schending van artikel 8 EVRM zou kunnen leiden. En daarvan was volgens de staat hier geen sprake. Mw. Jeunesse heeft de staat in feite met haar langdurige aanwezigheid voor een voldongen feit willen plaatsen, terwijl haar herhaaldelijk is gemeld dat zij verplicht was Nederland te verlaten. Zij weigerde zelf hier gehoor aan te geven.
Volgens de staat zijn er bovendien geen onoverkomelijke obstakels om gezinsleven uit te oefenen in Suriname. Zowel mw. Jeunesse als haar man hebben immers een Surinaamse achtergrond. Dat zij kinderen kregen terwijl ze wisten dat mw. Jeunesse illegaal in Nederland verbleef, is hun eigen keuze geweest. De consequenties van deze keuze komen voor rekening van mw. Jeunesse, zo stelt de Nederlandse staat. Aangezien er geen obstakels zijn om het gezinsleven in Suriname uit te oefenen, kunnen de kinderen bovendien met beide ouders opgroeien. De kinderen zijn verder nog jong, en kunnen zich nog makkelijk aanpassen aan de Surinaamse cultuur, waarin Nederlands de voertaal is.
Wat zegt het EHRM?Het EHRM gaat mee in het betoog van mw. Jeunesse en constateert dat artikel 8 in dit geval is geschonden. Mw. Jeunesse heeft geen mvv aangevraagd in het land van herkomst en daarmee voldeed ze niet aan haar verplichting, zo erkent het Hof. Het stellen van een dergelijke voorwaarde is staten in principe toegestaan (r.o. 101). Ook benadrukt het Hof dat het uitgangspunt blijft, dat personen die gezinsleven opbouwen tijdens een periode van onrechtmatig verblijf (of wanneer zij wisten dat hun verblijfsstatus onzeker was), in beginsel geen verblijfsaanspraken aan artikel 8 kunnen ontlenen. Dit is slechts anders als zich buitengewone omstandigheden voordoen (r.o. 108 en 114).
Volgens het Hof is dat in deze zaak het geval, het Hof stelt (r.o. 115-120);
– ‘eerst en vooral’ dat behalve mw. Jeunesse, alle leden van het gezin de Nederlandse nationaliteit hebben en het recht hebben in Nederland gezinsleven uit te oefenen;
– dat mw. Jeunesse ook de Nederlandse nationaliteit heeft gehad, maar deze is verloren toen Suriname onafhankelijk werd;
– dat zij al 16 jaar in Nederland verblijft;
– dat haar verblijf in Nederland door de overheid een aanzienlijke periode is getolereerd, terwijl uitzetting wel mogelijk was, waardoor zij sterke familie-, sociale en culturele banden heeft kunnen ontwikkelen;
– dat zij geen strafblad heeft;
– dat hoewel er, gezien de Surinaamse achtergrond van haar man en de jonge leeftijd van de kinderen, geen onoverkomelijke obstakels bestaan om in Suriname te gaan wonen, zij wel ‘a certain degree of hardship’ zouden ervaren wanneer zij daartoe worden gedwongen;
– dat de impact van het weigeren van een verblijfsvergunning op de kinderen aanzienlijk is, aangezien mw. Jeunesse de dagelijkse zorg voor de kinderen draagt. Haar man werkt en is niet in staat deze zorg over te nemen. Het is niet in het belang van de kinderen dat de huidige relatie wordt verstoord door een gedwongen verplaatsing van hun moeder naar Suriname;
– dat de nationale autoriteiten zorgvuldiger hadden moeten kijken naar de gevolgen wat betreft uitvoerbaarheid, haalbaarheid en proportionaliteit van een verhuizing naar Suriname voor de kinderen.
– dat mw. Jeunesse ook de Nederlandse nationaliteit heeft gehad, maar deze is verloren toen Suriname onafhankelijk werd;
– dat zij al 16 jaar in Nederland verblijft;
– dat haar verblijf in Nederland door de overheid een aanzienlijke periode is getolereerd, terwijl uitzetting wel mogelijk was, waardoor zij sterke familie-, sociale en culturele banden heeft kunnen ontwikkelen;
– dat zij geen strafblad heeft;
– dat hoewel er, gezien de Surinaamse achtergrond van haar man en de jonge leeftijd van de kinderen, geen onoverkomelijke obstakels bestaan om in Suriname te gaan wonen, zij wel ‘a certain degree of hardship’ zouden ervaren wanneer zij daartoe worden gedwongen;
– dat de impact van het weigeren van een verblijfsvergunning op de kinderen aanzienlijk is, aangezien mw. Jeunesse de dagelijkse zorg voor de kinderen draagt. Haar man werkt en is niet in staat deze zorg over te nemen. Het is niet in het belang van de kinderen dat de huidige relatie wordt verstoord door een gedwongen verplaatsing van hun moeder naar Suriname;
– dat de nationale autoriteiten zorgvuldiger hadden moeten kijken naar de gevolgen wat betreft uitvoerbaarheid, haalbaarheid en proportionaliteit van een verhuizing naar Suriname voor de kinderen.
Heeft het arrest gevolgen voor het Nederlandse gezinsherenigingsbeleid?Hoewel een aantal van de bovenstaande overwegingen erg specifiek zijn voor deze zaak, zijn er ook meer algemene consequenties uit af te leiden. In gezinsherenigingszaken komt altijd de vraag aan de orde hoe bezwaarlijk vestiging van de Nederlandse (of in Nederland al legaal verblijvende) gezinsleden in het land van herkomst van de vreemdeling zou zijn – hier dus: in Suriname. Tot vrij recent gold daarbij de vraag of daar “insurmountable obstacles” tegen bestaan. In het geval van Jeunesse zijn die er niet, aldus het Hof, maar het gezin zou wel “a degree of hardship” ervaren (r.o. 117). Hiermee lijkt het Hof een recent ingezette lijn in de jurisprudentie te verduidelijken: ‘insurmountable obstracles’ zijn niet per se vereist, in elk geval in zaken waarin minderjarige kinderen betrokken zijn. De staat zal daardoor het alternatief van vestiging elders veel minder makkelijk kunnen tegenwerpen.
Verder benadrukt het Hof het belang voor de kinderen van de dagelijkse aanwezigheid van de moeder. Mw. Jeunesse is huisvrouw (“homemaker”, r.o. 119), en haar echtgenoot kan de zorg voor de kinderen niet zomaar overnemen vanwege zijn werk. Het Hof herhaalt dat in het internationale recht het belang van het kind ‘of paramount importance’ is. Ook dit is een omstandigheid die in andere gevallen relevant kan zijn.
Ten slotte overweegt het Hof dat de Nederlandse autoriteiten niet serieus hebben gekeken naar de “practicality, feasability and proportionality” van verhuizing naar Suriname voor de kinderen (r.o. 120). Door de IND zal dus meer expliciet aandacht moeten worden besteed aan de concrete gevolgen voor kinderen van uitzetting van één van de ouders en dit zal door de rechter beter moeten worden getoetst. Voor de vreemdeling wordt het hierdoor beter mogelijk om een vestigingsalternatief aan te vechten.
Wat is de relatie met Unierecht?Mw. Jeunesse heeft in haar klacht verwezen naar de zogenaamde Zambrano-jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU. Volgens deze rechtspraak kan een vreemdeling aanspraak hebben op verblijf in de EU, als het enige alternatief zou zijn dat een Unieburger de EU moet verlaten en aldus geen genot meer kan hebben van de rechten die hij of zij aan het Unierecht ontleent. Dit kan zich voordoen in het geval van een moeder zonder Europese nationaliteit die de zorg heeft voor een Nederlands kind, zoals mw. Jeunesse. Het EHRM benadrukt dat het alleen aan het EVRM toetst, en niet aan Unierecht (r.o. 110). Toch vertoont de benadering van het EHRM wel zekere gelijkenissen met de Zambrano-jurisprudentie.
Doordat het Hof niet eist dat er onoverkomelijke obstakels voor vertrek naar Suriname zijn, wordt de grond voor het verblijf van het gezin in Nederland het Nederlanderschap van vader en kinderen, of misschien preciezer: de banden met Nederland. Dat doet denken aan de grond voor verblijf in de EU in Zambrano-gevallen – de mogelijkheid van genot van Unierecht. Een verschil met de Zambrano-lijn kan wel steken in de verdere voorwaarden bij de toetsing aan artikel 8 EVRM. Misschien was de uitkomst van deze zaak bijvoorbeeld anders geweest als de Nederlandse autoriteiten niet al die tijd van het verblijf van mw. Jeunesse op de hoogte waren geweest of indien zij wel een strafblad had gehad.
VERBLIJFBLOG OVER ACTUEEL MIGRATIERECHT
De sectie migratierecht van de Vrije Universiteit Amsterdam voorziet actuele migratierechtelijke thema’s van toelichting op dit Verblijfblog. Verblijfblog beoogt de kwaliteit van berichtgeving over migratierechtelijke thema’s te verhogen door actualiteiten te voorzien van juridische feiten en achtergronden. Recht is echter geen harde empirische wetenschap: regels en jurisprudentie laten veel ruimte voor interpretatie. Een eigen interpretatie van het recht zullen de auteurs op Verblijfblog echter zo min mogelijk geven. Wel kunt u van hen historische achtergronden verwachten, de inkadering van een probleem in wetgeving en jurisprudentie, een uitleg van relevant recht of simpelweg feitelijke gegevens. Zo hopen zij dat de lezer zelf tot een beter inzicht in de migratierechtelijke problematiek kan komen.
Het Verblijfblog bestaat uit twee secties. In ‘Actueel migratierecht’ worden actualiteiten toegelicht, voor stukken in deze rubriek ligt het initiatief bij de redactie van Verblijfblog. In ‘Vraag van de pers’ worden daarentegen vragen van de kranten De Correspondent en NRC beantwoord. Een versie van dit antwoord verschijnt tevens in die kranten. Alle bijdragen zijn kort en beogen toegankelijk te zijn voor een breed, niet-juridisch publiek. Dit mag ten koste gaan van de juridische fijnslijperij, maar niet van de juistheid.
De onderzoeksgroep Migratierecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam bestaat uit:
Bahija Aarrass
Jill Alpes
Younous Arbaoui
Ted Baird
Hemme Battjes
Pieter Boeles
Evelien Brouwer
Galina Cornelisse
Paolo Cuttitta
Gareth Davies
Karen Geertsema
Hannah Helmink
Nadia Ismaili
Lisa Komp
Tamara Last
Veeni Naganathar
Marcelle Reneman
Lieneke Slingenberg
Johanne Søndergaard
Thomas Spijkerboer
Martijn Stronks
Orçun Ulusoy
Karin de Vries
In Memoriam Sarah van Walsum
Jill Alpes
Younous Arbaoui
Ted Baird
Hemme Battjes
Pieter Boeles
Evelien Brouwer
Galina Cornelisse
Paolo Cuttitta
Gareth Davies
Karen Geertsema
Hannah Helmink
Nadia Ismaili
Lisa Komp
Tamara Last
Veeni Naganathar
Marcelle Reneman
Lieneke Slingenberg
Johanne Søndergaard
Thomas Spijkerboer
Martijn Stronks
Orçun Ulusoy
Karin de Vries
In Memoriam Sarah van Walsum
De redactie van Verblijfblog
Elles Besselsen (redactiesecretaris)
Pieter Boeles
Nadia Ismaili
Veeni Naganathar
Marcelle Reneman
Martijn Stronks
Pieter Boeles
Nadia Ismaili
Veeni Naganathar
Marcelle Reneman
Martijn Stronks
Abonneren op:
Posts
(
Atom
)